Het Christelijk Huwelijk



De belofte van trouw aan God en elkaar

Men zegt "tussen de twee en zes jaar, na de trouwdag krijg je je eerste crisis". Op zichzelf is een crisis niet het ergste, het wordt echter pas erger als men niet meer met elkaar kan of wil communiceren en dus niet meer bereid is om er samen voor te knokken.

Het is een goede gewoonte om van te voren af te spreken, om vooral 'samen' te blijven praten, ook al zie je het even niet zitten. Ook een vast moment van gebed samen en Bijbel lezen, kan een enorme stimulans zijn om toch weer naar elkaar toe te komen.

Het huwelijk is door God bedoeld als een exclusief verbond, waarbij je elkaar een belofte doet met God als getuige. Je belooft elkaar onvoorwaardelijke trouw en God is daarbij aanwezig. Hij is dus altijd aanwezig, wanneer twee kinderen van God een huwelijk aangaan, dat is echter niet altijd zo waar het een huwelijk betreft van ongelovigen. Het huwelijk van kinderen Gods is in de hemel bekend en ook daar gesloten. Lees Mat.16:19 "En wat u op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen". Daarom verafschuwt God het, als kinderen Gods geen waarde hechten aan zo'n huwelijksverbond.

Dit begrijpen we o.a. ook uit de woorden van de profeet Maleachi. De Israëlieten ten tijde van Maleachi vroegen zich af, waarom God niet meer naar hen luisterde, dus hun gebeden niet meer verhoorde. Het antwoord van God luidde toen als volgt: "Omdat de HERE getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is." (Maleachi 2:14-16)

Bij de uitdrukking 'uw wettige vrouw' komt in het Hebreeuws het woord 'verbond' voor, een verbond wat normaal niet verbroken mag worden. Het huwelijksverbond is dus in principe altijd bedoeld tot de dood. Lees Romeinen 7:2 "Want de gehuwde vrouw is door de wet (= het verbond) aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond".

Gods wet (= het verbond) vormt dus het fundament van het huwelijk. Dat deze verbintenis geldt zolang beide echtgenoten leven, wordt ook in 1 Corinthiërs 7:39 geleerd: "Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Heer". Het huwelijk is dus bedoeld als een liefdesverbond voor het leven, twee worden één, door het liefdesverbond. Zonder elkaar zijn ze dus nooit meer compleet, ze horen bij elkaar en ze hebben zich daarvoor ook aan elkaar gegeven, waarbij de lichamelijke eenwording wel de kroon daarop is. Maar ook geestelijk zullen ze, als het goed is, steeds meer één worden.

De lichamelijke eenwording tussen een man en een vrouw binnen een liefdesrelatie, is op zichzelf een Goddelijk wonder. Het is veel meer dan een geslachtsdaad, het is een ontmoeting van lichaam, ziel en geest. De seksualiteit is ook een sterk bindmiddel en past daarom alleen in het huwelijksverbond, m.a.w. de belofte van trouw hoort daarbij want anders verliest het z'n glans. Seksualiteit namelijk wil zeggen, je geeft je helemaal exclusief aan één persoon. De Bijbel zegt het zo: 'De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken doch zijn vrouw'. (1 Kor.7:4). De seksualiteit behoort daarom absoluut binnen de veilige grenzen van het huwelijksverbond.

De basis van onze trouwbelofte aan elkaar is natuurlijk altijd de liefde. Daarbij moeten we ons realiseren dat liefde zeker niet alleen een gevoel is. Een gevoel kan zelfs van uur tot uur anders zijn. Maar in een huwelijk kies je iedere dag weer voor elkaar en geef je elkaar dagelijks het mooiste cadeau dat je de ander kan geven: namelijk jou onvoorwaardelijke liefde en dus trouw.